Ook ik ben vies van mensen.
En ik denk dat het indirect -en ook niet- met aseksualiteit te maken heeft.
In elk geval bij het zien van (tong-)zoenen en seks in films walg ik en kijk ik snel de andere kant op. Super smerig vind ik dat mensen na heftige zweetseks zó in hun kleren stappen (de vrouw met volgespoten poes) en naar hun werk gaan.
Maar mensen die praten met de mond vol vind ik ook zeer onaangenaam om te zien. Vooral ook mensen die kip kluiven, spareribs of worst van de BBQ eten. Dat komt omdat ik veganist ben en walg van mensen die dieren verslinden. Dus dat heeft niets met aseksualiteit te maken.
Ik heb geen smetvrees, want ik heb helemaal niets tegen microben (integendeel), maar ik heb voor visite apart bestek en andere mokken en glazen. Ik lik namelijk wél samen met mijn kat om en om van een lepel lekkers.
Als iemand bij mij thuis naar de wc is geweest maak ik die helemaal schoon. Bij anderen ga ik nooit op de wc zitten.
Een fijn effect van de Corona valse vlag/hoax (besmettelijke, ziekmakende virussen bestaan niet) vind ik dat handgrepen van winkelwegentjes en mandjes afgelapt worden. Thuis waste ik altijd meteen mijn handen, waarbij de rillingen over mijn rug liepen. Ook de handgrepen van mijn fiets maakte ik weer schoon.
Ook dat het minder druk in winkels is en dat mensen afstand moeten houden, wat ik vooral fijn vind bij de kassa, want ik word compleet akelig en woest als iemand te dicht achter me komt staan. Ik nam voorheen sowieso altijd een winkelagentje om achter me te zetten om zo afstand te creëren.
Jan en Alleman uit gewoonte handen geven en zoenen bij een begroeting hoeft nu gelukkig ook niet meer. Ik groet liever als een Japanner of Boeddhist. Een enkeling zou ik wel een hand of knuffel willen geven, ik kan die behoefte van verbinding soms wel voelen.
Door grote en kleine teleurstellingen door mensen en afkeer van mensen op verschillend gebied ben ik door de jaren heen misantroop geworden. Dat is bij mij de grootste oorzaak van dat ik vies van mensen ben. Al herinner ik me dat ik als kind al weigerde uit hetzelfde glas te drinken als waar mijn broertje net uit gedronken had.